Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Waarom ik denk dat geloven beter is dan niet-geloven

Job denkt na over waarom hij gelooft en vindt antwoorden in een essay van de Italiaanse filosoof Gianni Vattimo. ‘Liefde is het enige gebod.’

Deel:

Ik geloof dat ik geloof, schreef ik in mijn eerste bijdrage op Lazarus. Dat was een verwijzing naar het gelijknamige essay van de Italiaanse filosoof Gianni Vattimo. Ik kan het iedereen aanraden, al is het geschreven in een lastig leesbaar, postmodernistisch idioom. Vattimo’s betoog over de kracht van het ‘zwakke denken’ – lees: het doen van liefde, barmhartigheid tonen en geweldloosheid praktiseren – is zeer inspirerend voor wankelende gelovigen zoals ik, die het geloof in de kracht van metafysische, dwingende godsbeelden zijn kwijtgeraakt.

De liefde is het enige gebod

Voor Vattimo is Jezus de verpersoonlijking van die kracht van het kleine en het zwakke. Hij gebruikt daarvoor het begrip kenosis: ontlediging, het afzien van macht, wat volgens hem de kern is van Jezus’ boodschap. In Jezus werd God mens en legde Hij zijn almacht neer. ,,Ik wil het woord van het evangelie interpreteren, zoals Jezus zelf dat ons geleerd heeft, door de vaak gewelddadige letter van de voorschriften en de profetieën te vertalen in termen die beter overeenstemmen met het hoogste gebod van de caritas”, schrijft hij.

De liefde is het enige gebod, stelt Vattimo, die af wil van de oudtestamentische God, die naast liefdevol ook wraakzuchtig en soms extreem gewelddadig is. Hij betoogt dat die gewelddadige kant een overblijfsel is van de metafysisch georiënteerde natuurreligies waar de God van het Oude Testament bij aansluit en waar Jezus ons van wilde bevrijden.

Secularisatie als noodzakelijke ontwikkeling

Vanuit dat perspectief ziet Vattimo secularisatie niet als negatieve ontwikkeling, maar juist als de essentie van het christendom. Met Jezus kwam God in de tijd (in saeculum) en verlaagde Hij zich door zich rechtstreeks met de schepping te verbinden. Hij viel als het ware uit Zijn vaste, metafysische plek in de onaantastbare orde der dingen en werd een dynamische, open God, waar wij als mensen mee vorm aan mogen geven door het goede te doen.

Vattimo ziet de secularisatie zelfs als een noodzakelijke ontwikkeling in de heilsgeschiedenis, omdat metafysisch denken altijd tot geweld leidt. Het geloof in een bovennatuurlijke grond der dingen, gaat gepaard met een almachtige, dwingende God die altijd het laatste woord heeft. Bij Jezus (die je de geseculariseerde God zou kunnen noemen) staat echter de onbaatzuchtige liefde voor de ander centraal en niet de hemelse almacht.

Een zwak licht

De dominee in onze kerk verwoordde het laatst als volgt: ,,Het licht van Christus is niet het verzengende licht van de zon, dat de aarde verschroeit en ons teistert, maar het kwetsbare vlammetje van de kaars, dat wij meedragen op ons levenspad en licht brengt in de duisternis.” Het is een zwak licht, dat zo maar uit kan gaan. Er wordt niet voor niets op tal van plaatsen in het Nieuwe Testament een beroep op ons gedaan: wij mensen moeten de vlam brandend houden. En dat kan alleen door de liefde centraal te stellen in alles wat we doen.

Het ‘zwakke denken’ van Vattimo is niet alleen een aanklacht tegen vastomlijnde godsbeelden, maar ook tegen het al even vaste, ‘sterke’ rationalisme van het modernistische denken. Het denken dat hij niet zozeer verwerpt (we kunnen er niet los van komen) maar openbreekt en ‘verzwakt’. In plaats van religieuze dogma’s en al te stellig verkondigde wetenschappelijke of filosofische waarden, pleit Vattimo voor een respectvolle dialoog en tolerantie als basishouding, waarin de diversiteit van onze complexe wereld recht wordt gedaan.

Vattimo’s halfgeloof

Ik vind de verwoording van Vattimo’s ‘halfgeloof’ (die oneindig veel subtieler, dieper, meer gelaagd en rijker is dan de korte samenvatting van mijn leeservaring hierboven) erg mooi. Daarnaast spreekt de manier waarop hij Heidegger en Nietzsche filosofisch doordenkt me zeer aan. Je kunt je afvragen of bij Vattimo het goddelijke mysterie niet te veel een effect wordt van menselijk handelen. En soms lijkt het wel alsof God niet meer boven ons uit mag gaan.

Misschien schiet Vattimo daarin door, maar ik denk dat hij geen bezwaar zou hebben tegen een ongedefinieerde, niet-metafysische transcendentie van God. Gegeven de biologische beperktheid van het dier ‘mens’ kunnen we immers nooit de volheid van de schepping waarnemen, denken of bevatten, laat staan de Schepper.

De wereld wordt een betere plek als je Jezus navolgt

Het optimisme dat uit Vattimo’s ‘zwakke denken’ spreekt, is voor mij veel belangrijker. De wereld wordt een betere plek als je Jezus navolgt. Zo simpel is het. Want als je de liefde centraal stelt, spreek je geen kwaad van anderen. Laat je mensen in hun waarde. Ontferm je je onvoorwaardelijk over vluchtelingen en ontheemden. Zorg je voor de armen en de zieken zonder je erop voor te laten staan. Steun je anderen in de ontwikkeling van hun eigenwaarde. Bid je voor Donald Trump en Geert Wilders en blijf je vriendelijk tegen je buurman ‘in wiens gedaante God aan ons verschijnt’, zoals Vattimo schrijft.

Als je de liefde centraal stelt, strijd je voor een rechtvaardiger wereld. Is zelfbeschikking altijd ondergeschikt aan het belang van je naasten. Zijn geld en macht onbelangrijk tenzij je er anderen mee kunt helpen. Ben je trouw aan je partner en je familie. Koop je geen foute kleding en betaal je een eerlijke prijs voor je eten. Draag je zorg voor de wereld waarin je leeft. Streef je altijd naar vrede en gebruik je geen geweld. Laat je je nooit leiden door het streven naar eigen succes maar laat je een ander slagen. Ben je een luisterend oor en oordeel je niet opdat je zelf niet geoordeeld wordt.

En daarom geloof ik dat ik geloof

Het ‘zwakke leven’ waar Gianni Vattimo over spreekt, en dat God ons in Jezus heeft geopenbaard, is een bron van verandering ten goede. Daarom is geloven, denk ik, beter dan niet-geloven. En daarom geloof ik dat ik geloof, hoe wankelend vaak ook, daarin gesteund door mijn allerliefste en allernaaste, voor wie geloven en liefde doen vanzelfsprekend zijn.

Job van Schaik (51) woont in Groningen en werkt op de cultuurredactie van Dagblad van het Noorden. Hij groeide op in de Vergadering van Gelovigen, maar nam op z’n 17e afscheid van God en van het geloof. Sinds een jaar bezoekt hij met zijn vriendin regelmatig de eredienst in de Laarkerk in Zuidlaren (PKN). Voor Lazarus doet hij verslag van zijn zoektocht.

Geschreven door

Job van Schaik

--:--