Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Neem jezelf gewoon eens wat minder serieus…

Deel:

Gelovigen zijn over het algemeen ernstige mensen. En dat is jammer, want een beetje humor en zelfspot zouden ons zo goed doen, zegt Annemarie. En het helpt bovendien om wat lichter door het leven te gaan…  

Als gelovigen hebben we er een handje van het leven én onszelf heel serieus te nemen. Dat hangt vast ook samen met het enorme verantwoordelijkheidsgevoel dat we als christenen vaak hebben. We houden ons bezig met grote thema’s. Net als de filosofen. En die blinken over het algemeen ook niet uit in vrolijke lichtvoetigheid.

Maar is geloof niet juist iets dat je vrijmaakt? En is humor niet bij uitstek bevrijdend? Probeer maar eens terug te denken aan die keer dat je in een gezelschap verkeerde dat elkaar nog niet zo goed kende. Er hangt dan altijd wat spanning in de lucht. En kijk wat er gebeurt als er in zo’n gezelschap een goede grap wordt gemaakt. Iedereen ontspant. Het wordt lichter. Mensen laten hun maskers even zakken en het wordt mogelijk om echt contact te maken.

Om jezelf lachen

Helaas ben ik geen geboren moppentapper. Als ik het voor het zeggen had gehad, had ik graag wat meer humor in mijn DNA-pakketje meegekregen. Toch kan ik onbedaarlijk lachen om goede grappen. Een bijzonder leuke afdeling binnen de humor vind ik de zelfspot. Als je vrij en onbekommerd om jezelf lachen, toont dat voor mij aan dat je als mens volwassen en in balans bent. Je hoeft jezelf niet meer zo nodig te bewijzen, of hoog te houden. Je bent niet meer bang voor de rare blikken van anderen. Het is oké. En het mooie is, op het moment dat je jezelf met al je eigenaardigheden kunt accepteren, ben je ook in staat anderen te omarmen met hun rare fratsen. Win/win dus.

Prettige uitzondering

Daarom vind ik het zo jammer dat je juist in christelijke kring weinig zelfspot tegenkomt. Een prettige uitzondering hierop is – niet de minste – Aartsbisschop Desmond Tutu. Jaren geleden had ik het voorrecht Desmond Tutu live mee te maken tijdens de klimaattop in Kopenhagen eind 2009. Toen hij het woord nam, gebeurde er iets met het publiek… Dat zat niet eens zozeer in wat hij zei, maar vooral in zijn persoonlijkheid. In de bijzondere uitstraling van deze kleine, grote man uit Zuid-Afrika. Met zijn doordringende blik en aanstekelijke schaterlach. Het is het charisma dat voortkomt uit ongelooflijke levensvreugde, hoop en compassie.

Dus toen deze man in 2016 samen met goede vriend en mede-geestelijk-leider de Dalai Lama een boek over vreugde maakte, was ik meteen nieuwsgierig. Wat vertellen deze twee geestelijke ‘reuzen’ over vreugde? De Dalai Lama en Desmond Tutu bespreken in dit boek de acht pilaren van vreugde die volgens hen nodig zijn om onder elke situatie vreugde te kunnen ervaren. Dat zijn: perspectief, nederigheid, humor, acceptatie, vergeving, dankbaarheid, compassie en tot slot gul-zijn.

Doe niet alsof je belangrijk bent

Ik vind het een verademing dat leiders van dit statuur zo heerlijk om zichzelf kunnen lachen en deze zelfspot ook als noodzaak zien om vreugde te vinden. Over zelfspot zegt Desmond Tutu in het boek:

Lachen om jezelf heeft te maken met nederigheid. Wees niet zo serieus en doe niet alsof je zo belangrijk bent. Als je op zoek gaat naar de humor van het leven, dan vind je het ook. Dan stop je met je af te vragen: ‘Waarom ik?’ En dan ontdek je dat het leven (en lijden) ons allemaal overkomt en dat helpt je te accepteren hoe je leven verloopt.

Serieus zijn en jezelf belangrijk vinden, die twee horen bij elkaar. Net zo goed als zelfspot en nederigheid bij elkaar horen. Dus als ik mezelf weer eens verlies in grote ideeën of moeilijke vraagstukken, dan probeer ik van een afstandje naar mezelf te kijken. Om dan vervolgens hartelijk te lachen om al die gewichtigdoenerij. Het plaats alles in perspectief en jawel, het maakt je een stuk lichter!


In 2012 was Desmond Tutu te gast in het programma College Tour, je kunt de uitzending hier terugkijken

Meer lezen over Annemaries zoektocht naar wat lichtheid in het leven? Je vindt de vorige blogs hier.

Geschreven door

Annemarie van den Berg

--:--