Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Wat mijn vaders verwrongen bril me leert over de kracht van kwetsbaarheid #stilleweek

Deel:

Geert Jan verloor zijn vader 25 jaar geleden door een noodlottig ongeval. Zijn vaders verwrongen bril, gevonden in het autowrak, heeft hij altijd bewaard. In de aanloop naar Pasen schreef hij deze ontroerende ode aan de kwetsbaarheid.

Het gebeurde 25 jaar geleden. 3 april 1992; vroeg in de ochtend. Op een rustig slingerend weggetje in recreatiegebied Spaarnwoude rijdt een donkerrode middenklasse auto met een bescheiden vaartje tegen een boom. De bestuurder klapt voorover tegen de voorruit. Ondanks de geringe snelheid veroorzaakt hij met zijn hoofd een breuk in het glas.

Ondanks die geringe snelheid is de auto total-loss. Zo’n 100 meter voor de plek van het ongeluk had een paardrijdende vrouw hem zien passeren. Gordel om, niets aan de hand. Dan hoort ze de klap. Als ze bij de auto komt is de man overleden. Waarschijnlijk al voordat hij de voorruit raakte.

Zijn gordel is losgemaakt. Misschien in een wanhopige poging om bij zijn pillen te komen. Het mocht niet baten. De arts stelt als doodsoorzaak een hartinfarct vast.

De bestuurder, Willem Johannes Blanken, mijn vader, is 62 jaar geworden.

Zo werkt dat als je sterft

Een paar dagen later zie ik de auto. Gebeld door de garagehouder waar het ding terecht gekomen was. Of ik er nog iets uit wil halen, voordat hij naar de sloop gaat. Na wat behoedzame omtrekkende bewegingen maak ik het portier open.

Mijn neiging om op de bestuurdersplek te gaan zitten, stokt als ik de grote vlek zie die op de stoel is achtergebleven. Natuurlijk. Zo werkt dat als je sterft. Voor het eerst raakt de absurditeit van de dood me recht in m’n gezicht. Meer nog dan bij de kist waarin hij, voorzien van z’n beste pak opgebaard, lag zoals hij er graag uit zag: pico bello.

Een groter contrast dan tussen die altijd goed verzorgde man en deze urinevlek is nauwelijks denkbaar. Als ik op de passagiersplek ben gaan zitten, volgt een tweede schok. Onder de pedalen ligt zijn bril. Compleet verwrongen in het moment dat hij de voorruit raakte. Eén van de glazen nog in het montuur. Kleine vlekjes bloed op het glas en tussen het metaal van één van de poten een gekrulde grijze haar.

Zoon van je vader blijf je

25 jaar geleden is het. De periode waarin een mens volwassen kan worden. Maar zoon van je vader blijf je. En zelfs een overleden vader blijft je vormen. Ik heb in die 25 jaar dat hij nu dood is nog veel van hem geleerd en ben meer, en zeker bewuster, van hem gaan houden.

Of hij het helemaal eens zou zijn met wat ik nu ga zeggen, betwijfel ik. Wat ik ga proberen te zeggen heeft iets te maken met het contrast tussen de bloemengeur en de achtergrondmuziek van de rouwkamer en de chaos in dat door de aprilzon opgewarmde stinkende autowrak.

Het heeft iets te maken met het rare feit dat ik zelden zo dicht bij mijn vader geweest ben als op het moment dat ik zijn bril achter de pedalen van die auto vandaan bij elkaar raapte. En dat heeft weer iets –of misschien wel alles- te maken met de week waarin wij nu leven: de Stille Week voor Pasen.

Naarmate ik de zwakheden van mijn vader ging begrijpen, kwam hij dichterbij

Deze week is de week van het donker, zomertijd of geen zomertijd. De week van het onbegrijpelijke, het zwakke, de rafels, de twijfel, de afgunst, het verraad. De boodschap van deze week is niet om dat goed te praten of te verklaren, maar wel om het onder ogen te zien, te benoemen, te erkennen dat het bestaat. Eerst en voor alles in mezelf. Maar wat zou het waardevol zijn als we ook naar elkaar toe daarover kwetsbaar en open zouden durven zijn.

Naarmate ik in die 25 jaar meer van de dilemma’s en de zwakheden van mijn vader ging begrijpen, kwam hij steeds dichterbij. Zijn faalangst waardoor hij nooit een opleiding afrondde, maakten zijn hoge verwachtingen van mij zoveel begrijpelijker. En deden mijn bewondering voor wat hij wel voor elkaar kreeg –en dat was niet gering- alleen maar groeien.

Zo gaat dat vaak. Achteraf, als je uit de situatie bent, of terugkijkend op iemands leven, doe je mooie en mild makende ontdekkingen. Maar hoe moeilijk is het als je in de situatie zit. Jezelf kwetsbaar opstellen door je zwakheden te kennen en te tonen en de ander mild en zonder veroordeling bekijken.

De gebroken werkelijkheid durven we nauwelijks onder ogen te zien

Als het ergens zo zou moeten toe gaan, dan is het tussen christenen. Misschien is het wel omdat we Stille Week zo weinig ruimte geven in ons dagelijks leven dat we daar soms nog zo krampachtig over doen. De werkelijkheid, de gebroken werkelijkheid waarin we leven, en die ook in onszelf huist, durven we nauwelijks onder ogen te zien. Met al het moois en al het lelijks, het ruwe het onaffe het onbegrijpelijke, het absurde. Onder ogen zien en niet meteen met een verklaring of een veroordeling komen.

De Verlossing die met Pasen doorbreekt, begint toch met het besef van hoe het er werkelijk voor staat. Met inkeer, met zelfkennis en –dus- met verbondenheid. Want om jezelf te leren kennen, heb je elkaar nodig. Moet je fouten kunnen maken. Moet je over geloven kunnen praten zonder je verplicht te voelen bepaalde woorden te gebruiken of een bepaalde uitdrukking op je gezicht te hebben.

Leven op theologische paaseitjes

Mijn vader is als enige uit zijn ouderlijk gezin tot geloof gekomen en in zijn oprechte verlangen om dat geloof aan zijn enig kind door te geven, moest het eigenlijk altijd Pasen zijn. En in mijn verlangen om hem tegemoet te komen, leerde ik alles in Paaswoorden na te zeggen.

In plaats van dagelijks geloofsbrood, avondmaalsbrood te leren eten, zijn er periodes geweest dat ik dacht te moeten leven op theologische paaseitjes. Dat is niet erg voedzaam en de tanden die je later in je eigen problemen moet zetten, worden er ook al niet sterker van.

Zeker, Pasen wordt het. Maar als we het evangelie serieus nemen, wordt het eerst Goede Vrijdag. En nee, wij zijn Jezus niet. Maar ergens in de verwarde werkelijkheid van iemand die verraad pleegt, terwijl een ander een zwaard trekt, van iemand die Jezus kust en iemand die Jezus ontkent staan jij en ik. Het is donker. En in slaap vallen helpt niet. Je komt jezelf vroeg of laat tegen.

Wie ben je? Waar sta je? Wat beweegt jou om met goede bedoelingen een zwaard te trekken en op iemand in te hakken of met dubieuze bedoelingen iemand te zoenen? Navelstaar-vragen? Ik dacht het niet. Die vragen overslaan of goedkoop afdoen, betekent de Stille Week overslaan, het lijdensverhaal goedkoop maken.

Geloven is vertrouwen zonder je ogen te sluiten voor de werkelijkheid

Mensen die zichzelf echt zijn tegengekomen, weten dat genade gratis is, maar niet goedkoop. Het kost je jezelf. Want er blijft niets anders over om op te bouwen dan vertrouwen. Vertrouwen dat er meer is dan die verwarrende werkelijkheid in je en om je. Vertrouwen op Hem die ons is voorgegaan. Geloven is geen variatie op positief denken, geloven is vertrouwen zonder je ogen te sluiten voor de werkelijkheid.

Alleen in dat vertrouwen, in eerlijk, transparant jezelf zijn voor God, valt echt te leven. Lief te hebben. In dat vertrouwen kun je de blik in de spiegel aan, én kun je mild naar de ander kijken. Alleen de broosheid van dat vertrouwen geeft de kracht om het leven in te stappen. Alleen de kwetsbaarheid van dat vertrouwen, geeft de moed om jezelf te laten zien en anderen toe te laten in je leven.

Verfomfaaide bril

Ik bewaar de verfomfaaide bril van mijn vader thuis in mijn bureaula. Inclusief die ene grijze haar. Beetje raar misschien. Maar het helpt me om me hem te herinneren, juist in z’n kwetsbaarheid. Het bepaalt me ook bij het in mijn ogen absurde en abrupte van de dood.

Het spoort me aan om zelf kwetsbaar te zijn. En het helpt me te leven vanuit de hoop dat mijn vader en ik elkaar ooit zullen zien zoals we bedoeld zijn. Zonder daar welke bril dan ook voor nodig te hebben.

Geschreven door

Geert Jan Blanken

--:--