Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Waar ben ik aan begonnen als pionierend predikant?’

Deel:

Rolinka denkt terug aan haar start als pionierend predikant in een Vinex-wijk. ‘Niet alleen de Veenkerk was braakliggend terrein, ik was het zelf ook.’

De uitvaart van de jonge man was nog maar net achter de rug en het gevoel van totale onkunde was nog scherp aanwezig. Morgen zou ik officieel starten bij de Veenkerk. Ik lag in mijn tweepersoonsbed alleen… nou ja, met hond… in mijn pas geverfde nieuwbouw-spitlevel-eensgezinswoning in Vathorst. Ik tastte in het donker en zocht het knopje van mijn bedlampje. Alles was nieuw: gordijnen, de geur, de ruimte. En ik was alleen. Waar begin je met zoiets als een kerk? Waar ben ik aan begonnen als pionierend predikant?

Dit moment leek mijn geloof nogal ludiek

De maanden ervoor had ik noodgedwongen bij mijn moeder ingewoond. Ik had geen keus nadat ik de pastorie van mijn vorige gemeente moest verlaten, omdat ik mijn ambt aan de wilgen had gehangen. Ik had inmiddels een halve baan in een verzorgingstehuis in Amsterdam, maar niet voldoende geld voor een huis voor mijzelf. Dat was veranderd met mijn huidige betrekking als dominee-voor-50% in de Vinex-wijk. Nu werkte ik twee dagen in Amsterdam tussen de oudjes en de overige dagen kon ik besteden aan ‘kerkje-spelen’.

Kerkje spelen… Zo noemde ik het. Want zo voelde het echt.

Ik lag in bed. De volgende dag zou ik intrede doen. Het was dus wel degelijk serieus. Ik zou het over Nicodemus gaan hebben. Die was opnieuw geboren. Ik ook. Tenminste, dat dacht ik. Met deze nieuwe uitdaging zou ik een totaal ander leven gaan leiden. Maar kon ik dat wel? Ik moest natuurlijk vertrouwen hebben. In God ofzo. Maar ergens onderweg tussen mijn laatste gemeente, de scheiding en dit moment leek mijn geloof nogal ludiek. Wie was ik nou helemaal? Ik realiseerde me dat niet alleen de Veenkerk braakliggend terrein was, ik was het zelf ook.

Het hielp niet die nacht. ’s Morgens werd ik wakker met het gevoel alsof ik door drie trams overreden was. Ik stapte onder de nieuwe douche, kleedde me aan, propte mijn toga in een plastic tas en liet de hond uit in een grote bouwput. De dienst zou pas om 11 uur beginnen, dus ik had nog tijd om mezelf op de een of andere manier bij elkaar te rapen.

Ik was dominee… Ik ben dominee

Voor deze gelegenheid, mochten wij als Veenkerk de grote benedenzaal van de school gebruiken. Op de andere zondagen zaten we letterlijk drie hoog achter in het schoolgebouw in een klein klaslokaaltje. De grote zaal was voor die andere kerk, het Kruispunt. Dat was (en is) een samengevoegde gemeente van Christelijk Gereformeerd, Nederlands Gereformeerd en Protestantse Kerk Nederland met een ervaren voorganger die indertijd al snel volle zalen trok.

Nu zat de zaal ook vol. Voor de Veenkerk. In een hoek stond een elektrische piano. Er stond een tafel op het podium met bloemen en een kaars en een bijbel. Kerkje spelen… dacht ik… we gaan kerkje spelen. Ik moest heel even terugdenken aan mijn allereerste bevestiging in mijn vorige gemeente. Het kleine kerkje puilde uit. Met vrienden en familie en een gemeente die al jaren als gemeente bij elkaar kwam in dat kerkje. Het orgel speelde. Ik was dominee.

Dit is ook kerk

Maar hé, wacht eens even… Dit is ook kerk. Dit is ook een gemeente. Dat valt of staat niet bij gratie van een herkenbaar kerkgebouw, want dat zegt niets over de mensen die er komen. En ik ben ook hier dominee. In een flits schoot deze gedachte door mijn hoofd. Ik heb hier een taak! Hoe die in te vullen, dat zie ik wel. Maar in ieder geval met de mensen die hier nu zitten.

Deze brainwave zorgde ervoor dat ik mijn verkreukelde toga uit de tas kon pakken, mijn preekmapje onder de arm nam en met een vastberaden glimlach het podium betrad. Na een uur klonk het amen. We zijn in bedrijf.


Rolinka is pionierend predikant in de Amersfoortse Veenkerk. Voor Lazarus schrijft ze over haar werk als predikant in een Vinex-wijk.

Geschreven door

Rolinka Klein Kranenburg

--:--