Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Voor Nico, die ons leerde dat het verhaal doorgaat

Deel:

Marieta zag vanmorgen het overlijdensbericht van predikant Nico ter Linden. Ze vertelt wat de belangrijkste les is die ze van hem leerde. 

Net toen ik dacht dat ik het voorjaar in de lucht rook en het raam nog even openzette om de frisheid ook mijn kamer te laten vullen, viel mijn oog op het bericht dat predikant Nico ter Linden was overleden. Bij de eerste aankondiging van het nieuwe leven dat op komst is, blijkt het leven een damp en wenkt de dood alweer.

Ik ben opgegroeid in kringen die niet veel ophadden met Nico ter Linden. Net als Kuitert bevond hij zich in het vrijzinnige kamp. Zijn poging om de Bijbel op een begrijpelijke manier aan het volk voor te schotelen waarbij hij ook wat interpretatie toevoegde aan zijn hervertelling werd dan ook niet gewaardeerd. Nico was zo’n dominee die eigenlijk niet meer geloofde en van wie men zich in orthodoxe kring afvroeg wat deze ‘valse leraar’ in hemelsnaam nog op de preekstoel deed.

Bestaan heeft God niet nodig

Daarmee deden ze hem tekort. Want het was een andere taal, die Nico sprak. Een taal die ik pas begon te verstaan toen mijn geloofsbeelden begonnen te schuiven en de God uit mijn jeugd barsten vertoonde. Pas toen ontdekte ik wat Nico bedoelde. ‘Sommige mensen vragen mij: “Gelooft u dat God bestaat?” Dan denk ik altijd aan het antwoord van Gerard Reve: „Bestaan? Dat heeft God helemaal niet nodig.”’

Het afgelopen jaar las ik met mijn kinderen het Oude Testament uit  Moet je horen, de kinderbijbel die Nico schreef. We volgden twee kinderen in de Babylonische ballingschap die van een oude priester de verhalen vertelt krijgen. Alleen al door deze opzet, was deze Bijbel een verrassing voor mij. Ik las de verhalen zoals ik ze nog nooit gelezen had. Ik was ontroerd door zijn uitleg van de broedermoord van Kaïn en Abel: ‘God kiest altijd voor het zwakke, hij neemt het op voor wie in de verdrukking zit’. Geraakt door de relevantie die hij in een oorlogsverhaal als dat van Mozes en Amalek wist te brengen: hij maakt van Amalek een oertype leider. Een die altijd en overal de zwaksten aanvalt, het op hen voorzien heeft. Nico gaf mij de juiste woorden om mijn kinderen te leren: als je naar de oude teksten en hun levenslessen luistert, heb je de belangrijkste leidraad voor je leven te pakken.

De waarheid niet inruilen

Nico zelf vertelde dat zo: ‘Er is een mooie geloofsbelijdenis die Edmond Fleg, een Franse rabbijn, voor zijn kleinzoon schreef. Hij eindigt zijn verhaal met te vertellen hoe het geloof van vader op zoon eeuwenlang is doorgegeven. En misschien, schrijft hij aan zijn kleinzoon, zul jij het willen opgeven. Als dat zo is, zegt hij, laat het dan zijn voor een grotere waarheid. Als die er is. Hij relativeert dus zijn eigen waarheid. Hij zegt niet: als je die opgeeft, laat je God en mij, je ouwe grootvader, in de steek. Hij zegt alleen: wat je niet moet doen is deze waarheid inruilen voor iets goedkopers, iets platters. Dat vind ik prachtig. Voor mij is het de grootste waarheid. Ik zeg niet dat het de grootste waarheid ís, want wie ben ik en alle woorden over boven zijn van beneden. Het is maar gestamel en fantasie, en misschien is er een mooiere fantasie. Maar zolang die er nog niet is, put ik eindeloos uit deze.’ (fragment uit NRC)

De lente komt eraan, Nico is niet meer. Maar het verhaal gaat door.


afbeelding
afbeelding.

Nico gaf z’n laatste tv-interview in het programma De Nieuwe Wereld. De moeite waard om nog te bekijken

Geschreven door

Marieta van Driel

--:--