Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Een opmerkelijke gedachte: de vreemdeling als kans op een nieuwe openbaring van God

Deel:

Elsa leert van Richard Kearney dat we door gastvrij te zijn voor de vreemdeling God opnieuw leren kennen. Maar gastvrijheid is niet zonder risico’s. Durven we de gevaarlijke gok te nemen? 

Wat hebben we van de vreemdeling te verwachten? En welke consequenties heeft onze gastvrijheid of vijandigheid? Filosoof Richard Kearney (geboren in 1954, in Cork, Ierland) heeft torenhoge verwachtingen van gastvrijheid tegenover de vreemdeling. Hij stelt zelfs dat jodendom, christendom en islam alleen hebben kunnen ontstaan door de gok die werd genomen om gastvrij te zijn. Met gok als woordkeuze erkent hij meteen hoe spannend dat is, want de vreemdeling kan zowel vriend als vijand zijn. Gastvrijheid kan je iets kosten als de vreemdeling vijand blijkt en misbruik van je maakt. Vijandigheid kan dat evengoed en misschien wel meer, als de vreemdeling een misgelopen vriend is, of God zelf.

Argumenten tegen God

Kearney ontving zijn godsdienstige vorming bij de benedictijner monniken in Glenstal Abbey in het zuiden van Ierland. In de eerste les godsdienst richtte zijn leraar zich tot de klas met de woorden: ‘You come here and you think you know what christianity is, but the first thing I’m going to teach you is all the arguments against the existence of God.’ En dus lazen Kearney en zijn klasgenoten Nietzsche, de Beauvoir, Feuerbach en Marx. Aan het einde van die rit stelde de leraar dat wie nú nog openstond voor het idee van God, welkom was om de lessen te vervolgen.

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Kans op een nieuwe openbaring van God

Het is dan ook niet verwonderlijk dat Kearney al vanaf jonge leeftijd openstaat en zelfs verwachtingen heeft van dat wat compleet anders is dan hij zelf. Heel verfrissend in een tijd waarin de heersende opinie is dat we niet veel van de vreemdeling te verwachten hebben. Want dat wat compleet anders is dan wij heeft óf vooral veel van ons te ontvangen of te leren, óf het vormt een bedreiging. Kearney verheft de vreemdeling tot de kans op een nieuwe openbaring van God. Een God die door de eerder genoemde Nietzsche dood is verklaard en door Marx zoethoudertje van het volk werd geacht. God opnieuw. En daar komt zijn concept Anatheisme (ana = opnieuw, theos = God) vandaan. Laat je meenemen door Kearney in zijn boek Anatheism, helemaal terug in de tijd, naar aartsvader Abraham.

Het is een droge, hete dag in de woestijn van Mamre. Een oude man zit bij de opening van zijn tent die is opgezet in de schaduw van een eik. Zijn vrouw Sara is in de tent, om te schuilen voor de hitte van de middagzon. Ze is niet gelukkig, ze is ouder dan honderd jaar en ze is onvruchtbaar. Haar dienstmeid Hagar, is jonger, aantrekkelijker dan zij en bovendien vruchtbaar. Een rivaal. Abraham is in gedachten verzonken, over zijn ongelukkige vrouw, over de toekomst van zijn volk. Plotseling flitst er een schaduw over de zonovergoten grond voor hem. Hij kijkt op en ziet vreemde mannen voor hem staan. Hij is vervuld van angst. Waarom zijn ze gekomen, vraagt hij zich af. Om hem te vermoorden? Er zijn er drie van hen, en hij heeft twee vrouwen te beschermen, zijn eigen vrouw en zijn dienstmeid. Maar in plaats van een wapen te grijpen of zichzelf terug te trekken in zijn tent, ziet hij zichzelf spoeden naar de vreemdelingen. Hij groet hen, buigt zich voorover tot de grond en nodigt ze uit voor een maaltijd. (p17/18)

Gevaarlijke Gok

Dit was een gok, zegt Kearney, deze keuze voor hospitality in plaats van hostility. Abraham wist niet of de vreemdeling vriend of vijand was. Door toch te kiezen voor gastvrijheid, werd de ruimte geschapen voor het geboren kunnen worden van het onmogelijke kind. Hetzelfde gebeurt met de vreemdeling die Maria bezocht, en die zij – hoewel ongetwijfeld vervuld van twijfel en angst – met openheid, gastvrijheid en gehoorzaamheid ontving. Hierdoor ontstond ruimte voor de geboorte van een ander onmogelijk kind dat de messias van zijn volk zou zijn.

afbeelding
afbeelding.

Volgens Kearney is dit nog steeds de manier waarop God zichzelf steeds opnieuw laat kennen, ook na en naast deze sleutelmomenten. Want onze geschiedenis zit vol aanleidingen om bepaalde beelden van God los te laten. Zo wijdt hij een deel van zijn boek aan denkers die in Auschwitz de omnipotente God zagen sterven: ‘For what could you say about an omnipotent God when an innocent infant is burning alive? Nothing’, zegt Irvin Greenberg. Dat er na Auschwitz nog iets te zeggen is over God (zoals onder andere Hillesum, Bonhoeffer, Arendt en Ricoeur laten zien), dát is anatheïsme. God is er steeds opnieuw. En Hij openbaart zich in onze gastvrijheid.

Deze manier van denken veronderstelt een continue openheid en alertheid voor de God die zich in de vreemdeling of als vreemdeling steeds opnieuw openbaart. Het rekent daarom af met elke dichtgetimmerde opvatting over God, of het nu dogmatisch theïsme of dogmatisch atheïsme is.

Anatheïsme staat voor gastvrijheid voor de vreemdeling die in vele vormen tot ons komt. En die, eenmaal als gast ontvangen, zomaar kan transformeren tot gastheer. Ons in zijn greep krijgt, ons transformeert, en uittilt boven wie we daarvoor waren.


Bij de afbeelding: Sandro Botticelli schilderde schitterend de tweestrijd bij Maria tussen afstoten en ontvangen, maar ook de kwetsbaarheid van God in dit proces (vertegenwoordigd door zijn boodschapper Gabriël). God als afhankelijk, omdat hij ontvangen moet worden, vóór Hij zijn plan kan doorvoeren.

afbeelding
afbeelding.

Anatheism – Returning to God after God| Richard Kearny|Columbia Univerity press |
€ 27,62

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

Geschreven door

Elsa Eikema

--:--