Ga naar submenu Ga naar zoekveld

De gave van profetie is minder exclusief dan je denkt…

Deel:

Het is een simpel sommetje dat helaas vaak klopt. Leider + Roem = Groot Ego. Grote leiders kunnen zich onaantastbaar wanen. Is er een manier om door dat pantser heen te breken? Nou, via een pittig verontrustende profetie bijvoorbeeld…
De theologen uit ons panel – Lody en Janneke – lezen Daniël 4, de droom van Nebukadnessar.

Lody:

Profetische gaven zijn niet exclusief

In de ogen van het Joodse Volk staat de naam van deze Babylonische koning voor het summum van kwaad. Hij was het die de tempel in Jeruzalem verwoestte en het volk meenam naar Babylon als slaven in ballingschap. Zo een booswicht, en dan toch verschijnt de Eeuwige voor hem aan de hand van een droom waarin de koning zijn toekomst wordt voorspeld.

In onze Joods traditionele bronnen wordt deze droom als niets minder beschouwd dan profetie. En dat lijkt opmerkelijk. Een kwaadwillige met de gaven van een profeet? Dit komen we in de Tenach wel vaker tegen. Koning Farao in Egypte droomt over zeven magere koeien die uit de Nijl naar boven komen om zich te goed doen aan zeven vette koeien. Deze droom wordt door de Joodse Jozef uitgelegd als profetie naar wat Egypte te wachten staat in de komende jaren (Genesis 41 e.v.). 

Bilam laat zich door Baalak, de Koning van Moab, inhuren om het Joodse Volk te vervloeken (Numeri 22 e.v.). Daarmee gaat hij in tegen de opdracht van de Eeuwige om geen gehoor te geven aan het verzoek van koning Baalak.  En toch blijkt ook deze kwaaddoener krachtige profetische gaven te bezitten. Zo krachtig dat hij in de Joodse bronnen wordt beschreven als de ‘grootste profeet’ onder de volkeren.

Bij de titel ‘profeet’ denken wij in eerste instantie aan devote religieuze gezagsdragers die in het leven staan op de manier die de Eeuwige voorschrijft. In dat rijtje horen toch zeker niet Farao, de slavendrijver van het Joodse Volk, Bilam, de vervloeker van het Joodse Volk, en Nebukadnezar, de veroorzaker van de Babylonische ballingschap?

Anekdote uit de Talmoed

De Talmoed verklaart dit aan de hand van een anekdote: De volkeren klagen tegen G’d: ‘Het Joodse Volk heeft u uitgekozen als voorbeeld voor ons ons. Met hun opdracht kunnen zij veel meer bereiken in Uw schepping dan wij. Hoe redden zij dat? Omdat u hen profeten heeft gegeven. Geef ons ook profeten opdat ook wij naar Uw wil kunnen leven en hetzelfde kunnen bereiken.’ 

De Eeuwige is gevoelig voor de argumenten van de volkeren en geeft hen profeten. Alleen, wat blijkt? Deze profeten, zoals Farao, Bilam en dan ook Nebukadnezar gebruiken hun profetische gaven niet voor de samenleving om hen heen, maar om anderen te vervolgen en te onderdrukken.

Niet alleen de droom en de ondergang zijn heftig

Dat is ook het verhaal van de droom van Nebukadnezar. Hij kiest voortdurend om kwaad te doen, om te vervolgen, om zijn eigen macht te laten prevaleren boven de belangen van de onderdanen. Hij zet zijn profetische gaven niet in voor het goede. Daarom confronteert G’d hem met de droom over zijn eigen ondergang. 

Niet alleen die droom en die ondergang zijn heftig. Ook moet Nebukadnezar zichzelf verlagen om de voorspelling over zijn eigen ondergang verklaard te krijgen. Daar heeft hij een zoon van het volk dat hijzelf tot ballingen heeft gemaakt, de profeet Daniël, voor nodig.

Profetie is een gave waar je zorgvuldig mee om moet gaan

Die machtige Babylonische koning hoort uit de mond van de profeet van het Joodse Volk dat hij verstoten zal worden. Hij zal zijn koningschap verliezen en hij zal verder moeten leven tussen de dieren in het veld.

Daniël biedt aan de hand van het visioen nog wel de troost dat er een weg terug is voor de koning. De weg van inkeer en verzoening met G’d. Maar om dat te horen uit de mond van een van zijn ballingen laat zien hoe hij zelf als profeet in gebreke is gebleven. 

Profetie is een gave. Het visioen van Nebukadnezar in Daniel 4 laat zien dat de profeet daar wel heel zorgvuldig mee om moet gaan. De smeekbede van de volkeren om eigen profeten blijkt geen garantie te zijn geweest voor een zegenrijke toekomst.

Kim Jong-un bekeerd?!

Janneke:

Onlangs las ik een berichtje in de krant. Het is een christelijke krant, dus ik ging bijna aan de betrouwbaarheid twijfelen. Het bericht ging namelijk over de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un en zijn bekering. Ja, u leest het goed: Kim zou bekeerd zijn. Er leek weinig bewijs voor te zijn, en in het krantenbericht zelf werd behoorlijk getwijfeld aan de juistheid van de mededeling. Ik heb het nergens horen bevestigen, dus helaas zal het wel wishful thinking zijn geweest.

Om eerlijk te zijn: mijn man en ik bidden er al een aantal jaar voor. We hebben geen idee hoe er op enige andere wijze iets in Noord-Korea kan veranderen, dus we bidden maar voor die bekering. 

Niet zo onaantastbaar als je dacht

God heeft eerder rare dingen gedaan met leiders die aan grootheidswaanzin leiden. Dat lezen we althans in dit verhaal. Typisch het verhaal van een leider bij wie het succes te groot is geworden. Hij is gaan geloven dat hij een god is. Dat is geen leider vreemd weten wij met heel wat andere leiders in ons achterhoofd.

Dit bijbelverhaal laat zien dat de leider zichzelf wel onaantastbaar kan vinden; maar dat God zijn gedachten kan beïnvloeden (door de droom), maar ook zijn hele leven op de kop kan gooien (door de letterlijke waanzin, waarover we na vers 30 lezen). Dat klinkt natuurlijk behoorlijk bedreigend voor de gemiddelde wereldleider, maar eigenlijk is het nog niet zo spannend voor onszelf. Ik denk tenminste niet dat veel wereldleiders deze column zullen lezen.

Je afgod kan zomaar tot je gekte leiden

En wat hebben wij, niet-wereldleiders, er dan aan? Behalve dat God boven de geschiedenis staat (wat we al wisten, als we vaker in de Bijbel lezen)? Ik denk dat de boodschap voor ons zeker in dit verhaal aanwezig is, maar dan in de details. In dit geval is vers 27 het detail. Want daar wordt de heerser een escape geboden. Als hij de armen en ellendigen zal gedenken, zal het onheil afgewend kunnen worden.

En die vraag komt ook op mij en jou af. Het is toch altijd de vraag ten koste van wie jij hebt wat je bezit? Wij zijn rijk en denken dat we alles kunnen. Maar wie is daar het slachtoffer van geworden? En… durven we het aan om van onze weelde, van onze behaalde successen, van onze victorie weer terug te geven?

Wat heb ik eigenlijk allemaal veroverd en binnengehaald in mijn leven? En wat wil ik teruggeven, wat wil ik niet voor mezelf houden? Wat je voor jezelf wilt houden, kan zomaar je afgod worden. En je afgod kan zomaar tot je gekte leiden. Gelukkig kan God mensen veranderen. En dat is goed nieuws voor Kim in Korea, maar ook voor mij in Nederland. 


Lody van de Kamp is een orthodox-joodse rabbijn, romanschrijver en was politicus voor het CDA in Amsterdam.

Janneke Burger is theoloog en hoofdredacteur van Jente Magazine.

Lees hier de vorige aflevering terug.

Geschreven door

theologenpanel

--:--