Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Jean-Jacques Suurmond: ‘Humor zegt iets over de kwaliteit van ons geloofsleven’

De kerk staat niet bepaald bekend om haar gevoel voor humor, zegt Jean-Jacques Suurmond. En toch zijn humor en geloof onlosmakelijk met elkaar verbonden. ‘Wie om zichzelf kan lachen is niet ver van het koninkrijk van God’

Deel:

Het christelijke leven is ten diepste een lach, schreef de Ierse dichter Patrick Kavanagh. Volgens het pinksterverhaal werd de kerk geboren uit een explosie van ‘vreemde talen’, gesproken door de apostelen in Jeruzalem. Vermoedelijk was dit tongentaal, een vorm van spiritueel lachen.

Want wat doen we als we lachen? We stoten vreemde klanken uit die op zichzelf niets betekenen: ha-ha-ha, ho-ho-ho. Toch begrijpt iedereen, van Putten tot Peking, wat je bezielt. Die is vrolijk, die is blij, zeggen ze. En hoe voel je je na afloop? Opgelucht, innerlijk verruimd, vernieuwd.

Humor hoort bij de kerk

De Geest is geest-ig. Maarten Luther, die de Reformatie aanzwengelde, benadrukte de rol van muziek: ‘Want de duivel kan niet tegen vrolijkheid’. Humor zegt iets over de kwaliteit van ons geloofsleven. Worden mensen door ons geïnspireerd, fleuren ze in onze aanwezigheid op? Of zijn we tobberig met onszelf bezig zodat het om ons heen altijd lijkt te motregenen? Luther zei ook: ‘Uit een ongelukkige ezel komt nooit een gelukkige scheet’.

De kerk is geboren uit een lach. Maar merkwaardig genoeg staat de kerk nou niet bepaald bekend om haar gevoel voor humor. Hoe kan dat? In het christendom staat het kruis van Jezus centraal. Dat symboliseert zowel dood als verlossing en bevrijding. Er is een grote spanning tussen kruisdood en verlossing, en in die spanning verliest de verlossing het vaak. Dan wordt geloven iets zwaars, iets wat vooral te maken heeft met mijn zonde en mijn schuld. Je zakt in jezelf weg (waar niemand vrolijk van wordt) en God verdwijnt uit het zicht, bron van alle vreugde.

Lachen is bevrijdend

Ontzag voor de kruisiging tonen we niet door somber door het leven te sloffen. Dan maken we onszelf met onze fouten en gebreken veel te belangrijk. Echt geloof verlost ons juist van onszelf. Engelen kunnen vliegen, zei de schrijver G.K. Chesterton, omdat ze niet zwaar aan zichzelf tillen. Wie om zichzelf kan lachen is niet ver van het koninkrijk van God. Een lach bevrijdt van ons bezorgde ik dat om zichzelf heen blijft draaien als een hond om zijn staart en geen centimeter vooruitkomt. Een lach voert je naar buiten, creëert verbondenheid, gemeenschap, de kerk. Mijn vrouw had een oma die helemaal op kon gaan in haar lach, waarbij ze rood aanliep en zichzelf met fladderende zakdoekjes koelte toewaaide. Steevast schoten anderen ook in de lach. Echte zending is aanstekelijk.

Er bestaan oude voorstellingen waarop een lachende Jezus aan het kruis is te zien. Zijn dood is voor hem niet alleen het einde maar vooral een nieuw begin. Zelfs in de diepste duisternis wordt de wereld gedragen door een goddelijke lach. Dat bagatelliseert het lijden niet, integendeel. Het geloof geeft vleugels zodat we niet meer met tegenslag samenvallen, maar die overstijgen. We ervaren dat we méér zijn dan ons tekort, méér ook dan het leed in de wereld. Dat maakt vrij om er echt voor anderen te zijn die het moeilijk hebben. Zoals we ons eigen verdriet ineens kunnen overstijgen in een bevrijdende lach. Zoals Jezus de dood oversteeg in de opstanding.

Geschreven door

Jean-Jacques Suurmond

--:--