Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Wordt het niet tijd dat we als gelovigen eens minder ernstig en lichter gaan leven?

Deel:

Lichtheid en geloof: geen voor de hand liggende combinatie. Gewoon maar wat ‘tralala-leven’, daar zijn we als gelovigen over het algemeen niet zo goed in. Toch heeft Annemarie steeds meer het gevoel dat we veel te zwaar tillen aan dingen die het niet waard zijn. 

Die ernst om zo zwaar aan dingen tillen, heeft in bepaalde kringen te maken met ‘onzekerheid over je behoud’, maar kan net zo goed voortkomen uit de worsteling om ‘Gods roeping te vinden voor je leven’. Of met de vraag hoe je als gelovige om moet gaan met alle onrecht in de wereld. Als christenen torsen we nogal wat mee in onze rugzak: verwachtingen van God en de kerk, idealen. En niet te vergeten de schuldgevoelens als het allemaal niet zo lukt met het verwezenlijken van die idealen… Toch ben ik ervan overtuigd dat er juist ook in lichtheid diepe schatten zijn te vinden voor ons leven. 

Een oververtegenwoordiging hoofdmensen

Dit viel me ook weer op toen ik naar de laatste serie keek van Kijken in de ziel waarin Coen Verbraak religieuzen vanuit verschillende tradities interviewde. Ik keek er met een mengeling van interesse en verbazing naar. En eerlijk gezegd kwam bij die al ijverig formulerende religieuze leiders ook de gedachte bij me op: ‘Get a life’.

Wat ik zag, was een oververtegenwoordiging van hoofdmensen met aardig wat zekerheden en aannames. Vaak met de beste bedoelingen. Jazeker, ik proefde ook ontferming voor de wereld, om maar eens een ouderwets woord te gebruiken. Ik zag mensen van goede wil. En toch raakte het me niet echt. Als dit het ‘uithangbord was van religie’ dan werd ik er niet bepaald warm van. Was het de krampachtigheid die ik bij mijn ‘geloofsgenoten’ bespeurde? Alsof Coen Verbraak de geïnterviewden aan het overhoren was en ze vooral niet wilden zakken voor het examen?

Ik wil niemand kleineren, want ik ken dezelfde ‘zwaarte’ en ‘ernst’. Juist als gelovig mens. Maar ik vraag me steeds vaker af of die ernst wel zo nodig is. Kunnen we als gelovigen niet wat lichter leven? Waarmee ik overigens niet bedoel dat alles leuk moet zijn. Met lichtheid doel ik op een soort onderscheidingsvermogen: wat is werkelijk gewichtig en waar doen we ten onrechte heel gewichtig over (je ego, status of godsbeeld, om maar wat te noemen).

Dat eeuwige verantwoordelijkheidsgevoel

Dat zoeken naar lichtheid komt overigens niet zomaar uit de lucht vallen. Toen ik 2,5 jaar geleden met een burn-out thuis kwam te zitten, werd ik ongenadig geconfronteerd met mezelf. Hoewel een deel van mijn uitval te wijten was aan de situatie op mijn werk, speelde er ook iets anders mee. Mijn eeuwige verantwoordelijkheidsgevoel, dat door mijn geloof nog eens extra werd gevoed. Alles altijd goed willen doen. Mijn gebrek aan relativeringsvermogen. Het ideale recept voor een ‘heel zwaar leven’ dat als je het maar lang genoeg blijft doen, kan eindigen in een burn out. Leren wat lichter te leven was voor mij niet zomaar een jolig idee, het was bittere noodzaak.

Van groots terug naar klein en alledaags

Een van de eerste lessen die ik door schade en schande moest leren, was om terug te gaan naar het kleine alledaagse leven. Van een verantwoordelijke baan waarbij ik tig ballen in de lucht moest houden, speelde mijn leven zich ineens uitsluitend thuis tussen man en kinderen af en werden mijn dagen gevuld met basale dingen: uit bed komen, ontbijt maken voor mijn kinderen, een wandeling maken, de vaatwasser uitruimen, eten koken voor mijn gezin. Meer was het niet.

Toch was dit precies het medicijn dat ik nodig had. Van groots, verantwoordelijk, carrière en status moest ik terug naar klein, alledaags en gewoon. Ik ontdekte dat het heel heilzaam was om zo in het leven te staan. Niet alleen als herstellende burn-outpatiënt, maar überhaupt als mens. Want door me te richten op het kleine hier-en-nu leven, ontdekte ik een lichtheid. Pfiew! het hing allemaal niet van mij af. Wat een opluchting.

Maar ja, klein en alledaags is geen sexy verhaal. Podia, aandacht en applaus is er voor grootse gedachten, projecten en idealen. En dat is voor gelovigen niet anders. Die obsessie met groot en betekenisvol zit heus ook in mij. De vastgeroeste christelijke overtuiging in mij dat ‘we de wereld moeten veranderen’ steekt nog regelmatig de kop op. Dus bij inspirerende voorbeelden die tegen de stroom ingaan en op de barricaden staan, klap en juich ik even enthousiast mee.

Geheim in het klein

Maar vreemd (en ook best grappig) genoeg heeft Jezus het in de verhalen die hij vertelde opvallend vaak over kleine dingen. Een mosterdzaadje, een haar op je hoofd, een muntje, een kind, een graankorrel. En als hij iemand geneest, vraagt hij degene dit niet van de daken te schreeuwen. Kennelijk zit er een geheim in ‘klein’. Iets dat we makkelijk over het hoofd zien als we teveel gefocust zijn op groot en belangrijk en … Vul maar in. 

Onlangs las ik een uitspraak van de Canadese schrijfster Ann Voskamp die voor mij een nieuw licht wierp op de vraag of ‘klein’ en geloof wel bij elkaar horen. Ze zei: ‘Ik denk dat God ons oproept om kleine dingen te doen. Om trouw te zijn op de plek waar we zijn. Om gewoon dat te doen wat voor onze voeten komt.’

Wat Ann Voskamp zegt past helemaal in de traditie van de Woestijnvaders. Het verhaal gaat dat aan een oude woestijnvader die bezig was om een touw te maken eens werd gevraagd: ‘Hoe kun je gered worden?’ De oude man keek niet op en antwoordde: ‘Je kijkt ernaar.’ Het is een les die vele mystici ons leren: doe wat je doet met aandacht. Dan is het een gebed. Hak je hout, doe dat dan met aandacht. Wandel je, wandel dan met aandacht. En dat klinkt eenvoudiger dan het is.

De essentie

Het vraagt namelijk niet meer dan een complete mindshift. Waarom zouden we koffiedrinken met een oude overbuurvrouw, iemand een kaartje sturen of echt aandachtig luisteren naar het verhaal van je kind ‘klein’ noemen? Zou het kunnen zijn dat dit precies de essentie van het leven is, juist ook als gelovige? Dat je je plek kent in dat hele grote alomvattende verhaal en gewoon maar doet wat er voor je voeten komt?

Geschreven door

Annemarie van den Berg

--:--