Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Stop met het redden van de planeet!

De aarde wordt geframed alsof zij hulpeloos is en onze redding nodig heeft. Maar de goedbedoelde oproep tot het redden van de aarde tapt uit hetzelfde vaatje als haar destructieve uitbuiting, vindt Elsa.

Deel:

Laatst raakte ik zwaar geïrriteerd terwijl ik in de rij voor de kassa van de plaatselijke supermarkt stond. Ik keek wat om me heen en mijn oog viel daarbij op de campagne van de Vogelbescherming. Red de steenuil stond er in grote letters. Ik vond het stom. Die steenuil kan prima zichzelf redden. Als wij tenminste niet zo belachelijk veel ruimte innemen.

Sinds dat moment in die supermarkt valt het me steeds vaker op: de vele oproepen om to the rescue te komen van de planeet. Het doel ervan, het bevorderen van het leven, vind ik fantastisch. Maar achter de taal die wordt gebruikt, zit een hele wereld. En het is díe wereld waar ik een probleem mee heb.

Superieure rol

Het oproepen tot 'het redden van' bevestigt namelijk de superieure rol die wij als mensen menen te spelen in het universum. Het is een vorm van koloniaal denken! Vergelijkbaar met de reddingsplannen voor 'de derde wereld'. Plannen die juist haar vermeende hulpeloosheid blijven bevestigen. Dit soort denken gaat ervan uit dat de natuur net zo hulpeloos is. Ik weet dat de Bijbelse overlevering hiervoor mogelijk aanleiding geeft in de tekst uit Genesis 1:28. Een tekst die enorm destructieve interpretaties kent: ‘Bevolk de aarde en breng haar onder je gezag.’

Maar never nooit kunnen die woorden betekenen dat we 'de aard van deze planeet en al wat erop leeft' zo compleet kunnen negeren als we nu lijken te doen. Antropocentrisch denken, mijzelf verklaren tot centrum van het universum, heeft mij lang blind gemaakt voor mijn natuurlijke omgeving. Ik heb altijd een gevoeligheid gehad voor de schoonheid van de natuur, maar deze moest mij aanzetten tot aanbidding van de God die haar maakte. Ze moest mij tot rust brengen als ik in de knoop zat met mijzelf. Ze stond in mijn dienst en ik bekeek haar door de ogen van mijn behoeften. Sinds er een Copernicaanse wending heeft plaatsgevonden in mijn spiritualiteit (mede dankzij denkers als Richard Rohr), heb ik mij nooit eerder zo op mijn plek gevoeld in dit leven. Want die plek vormt niet langer het centrum.

Gul en ongeremd

Sindsdien schrik in niet meer van een spin, sla ik de vliegen niet meer van mijn arm, verwonder ik me om bomen, struiken en onkruid in de berm alsof ze er voor het eerst staan. Ze staan er al jaren, alleen ik zag ze niet. Ik heb het idee dat ik voor het eerst op deze aarde rondloop, met de verwondering van een kind. Alles is veranderd, want ze is niet meer van mij. Ze heeft een aard van zichzelf, en ik leer deze nu pas kennen.

Haar aard is levenslustig en veerkrachtig, gul en ongeremd. Ik hoef maar even onze voortuin te laten verwilderen om haar drang naar leven op zes vierkante meter te ontdekken. Op die verwildering komt nóg meer leven af: in de grond kruipen de wormen, duizendpoten en pissebedden. De bijen, hommels en vlinders vinden hun weg naar het gebloemde onkruid. Ik leer ook de bodemgeschiedenis kennen, ontdek dat ons huis staat op oude weidegrond.

Paardenbloem, boterbloem, madelief; ze groeien er graag. Het is voor het eerst dat ik de tijd neem de specifieke aard van deze grond te leren kennen. En ik ben zo benieuwd wat er gebeurt als we bewustzijn van en respect voor deze aard vooraf laten gaan op al onze ontwerpen voor tuinbouw, akkerbouw en veeteelt.

Stop met het redden van de planeet

Het is uit respect voor deze aard, van het leven op onze planeet, dat ik zo verontwaardigd raak als ze zo hulpeloos wordt geframed. De goedbedoelde oproep tot het redden van de aarde tapt mijns inziens uit hetzelfde vaatje als de destructieve uitbuiting van de aarde. Het is het vaatje van eigenaarschap en superioriteit.

Je hoeft maar één keer een orkaan, overstroming of bosbrand mee te maken om te zien hoe belachelijk deze overtuiging is. Mogelijk ziet onze toekomst er grillig uit, zullen onze dijken en dammen niet tegen de natuur opgewassen zijn. Jezus schetst heel pakkend de hulpeloosheid van de mens als the shit the fan raakt. Zij zullen hulp zoeken bij de natuur, de heuvels aanroepen hen te bedekken, de bergen aanroepen op hen te vallen, Lucas 23:30. Mens, waar blijf je dan met je misplaatste idee op de troon te zitten?

Daarom zeg ik: stop met het redden van de planeet. Doe liever een stapje terug. Maak ruimte! In de eerste plaats door jezelf niet langer in het centrum van het universum te plaatsen. Geniet van de verwondering die je dan ten deel zal vallen. Leer de bodem kennen, de dieren die haar bevolken, respecteer hun aard. En ontwerp je tuin, je voedingspatronen, je leven dáár omheen.

In de Bijbel wordt de aarde opgeroepen om te zingen voor God, Psalm 66:4. Ik lijk soms iets te horen. Het klinkt als Ramses Shaffy. Hoor je het? Ze zingt: ‘Laat me mijn eigen gang maar gaan’. Ik ben benieuwd wat er gaat klinken als we dat meer gaan doen.

Geschreven door

Elsa Eikema

--:--