Zittend aan de rand
trekt het verleden
aan mij voorbij
waaien de wolken
naar het westen toe
de horizon voorbij
Zittend aan de waterkant
kijk ik naar de schelpen
in het zand
naar het licht
dat weerkaatst
op het water
naar de overkant
Met kale bergen in de rug
dwalen mijn gedachten
terug naar het begin
Kijkend naar het eiland
opzij zie ik een huis dat
oplicht in de voorjaarszon
denk ik terug aan de dag
waarop alles begon
Zittend in het gras
denk ik terug
in de tijd
voel ik de wind
in de rug
hoor ik plotseling
mijn naam
Ik draai me om
maar zie niemand
Ik kijk opzij
maar zie niets
Ik zie alleen
een schaduw
op de grond
van een wilde gans
op zijn vlucht
hoog in de lucht
© Hans Lambrechts
Dit gedicht is geboren op het Schotse eiland Skye, dat deel uitmaakt van de Hebriden. In de Keltisch-christelijke traditie staat de wilde gans symbool voor de Heilige Geest.
Foto: Schilderij Dick L. Baauw – Aan de rand, 2011, 61 x 71 cm, olieverf op linnen